Het Historisch Kadaster als bron voor genealogisch onderzoek
de familie Van Grondelle te Geertruidenberg
-
W.J. van Grondelle
Samenvatting
Waar woonden onze voorouders? Welke huizen hadden zij in
bezit en wanneer? Voor de stad Geertruidenberg is hierover
veel bekend dankzij het daar opgebouwde Historisch Kadaster.
Dit artikel beschrijft enkele mogelijkheden van dit Historisch Kadaster
voor het genealogisch onderzoek. Op basis van
deze gegevens wordt geschetst waar in Geertruidenberg gedurende zes
generaties de familie Van Grondelle woonde.
Inleiding
Waar woonden onze voorouders? Hoe leefden ze? Welke transacties sloten ze af?
Allemaal vragen waarmee we pogen achter
de namen en jaartallen te kijken. In oude archieven is
daarover meestal wel wat te vinden, maar het vereist veel
tijd en geduld om oude rekeningen e.d. door te lezen. Bovendien moet
men het zeventiende eeuwse schrift machtig zijn.
Wie in Geertruidenberg onderzoek wil doen treft het echter.
Daar wordt sinds jaren gewerkt aan de indicering van alle
schepenakten die op enigerlei wijze gegevens bevatten over
onroerend goed binnen de grenzen van de heerlijkheid. Een
groot deel van deze akten is via de computer en via een
kaartsysteem toegankelijk gemaakt. Men noemt dit geheel het
Historisch Kadaster.
Dit artikel geeft een overzicht van de thans beschikbare
gegevens in het Historisch Kadaster over de familie Van
Grondelle. Het poogt ook aan te geven hoe dit bestand van
belang kan zijn bij genealogisch onderzoek.
Het Historisch Kadaster van Geertruidenberg
In de afgelopen tijd heeft de archivaris van het Streekar-
chivariaat te Oosterhout met een team van vrijwilligers een
gegevensbestand opgebouwd van alle transacties over onroerend goed die worden vermeld in het oud-rechtelijk archief
van Geertruidenberg. Dit wordt aangeduid als het 'Historisch
Kadaster' van Geertruidenberg. Het bestand bevat een verzameling fiches met een apart fiche voor elke transactie. Na
een uitvoerige analyse van de transacties heeft men de
transacties kunnen koppelen aan de kadastrale indeling,
zodat de transacties per perceel c.q. pand zijn gerangschikt. Daarbij wordt ook het hedendaagse adres genoemd.
Tevens zijn deze gegevens opgenomen in een computerprogramma, waarbij de geschiedenis van elk pand en/of perceel zo
goed mogelijk is gereconstrueerd voor wat betreft de eigendomssituatie. De computer selecteert o.a. op gegevens als
belendingen, ligging en namen.
Een voorbeeld van deze fiches is het volgende (1).
-
117, 22 juli 1783
De gequalificeerden tot het waarnemen der zaken van de
innocente Geertruij Ariens Leemans, weduwe van Martinus van
Grondelle, voor de ene helft en Johannis en Joost van Grondelle, Carel Hendrik August Timaeus, gehuwd met Wilhelmina
van Grondelle, allen te Geertruidenberg, mede voor Boudewijn
van Grondelle te Geertruidenberg en Hendrik van Grondelle te
Rotterdam als erfgenamen van hun broer en zwager Martinus
van Grondelle, voor de andere helft, transporteren voor f
260 contant aan Symon Otjens, schipper te Geertruidenberg
een huisje en erf, belendend .....
(Dordtsestraat 22)
-
Bij elke transactie werd destijds uiteraard behalve de namen
van de koper(s) en verkoper(s) en de prijs ook de ligging
van het perceel geregistreerd. Daarbij werden o.a. de eige-
naars van de belendende percelen genoemd. Verder bevatten de
transacties soms interessante gegevens over woonplaats en
beroep van koper en/of verkoper en over familierelaties
tussen de kopers en/of verkopers onderling. Ook de voor-
waarden bij de eigendomsoverdracht geven soms interessante
informatie. Naast koop en verkoop van onroerend goed werd
ook het in onderpand geven van onroerend goed bij een aange-
gane lening geregistreerd en renten en cijnzen, die op de
panden rustten.
-
66, 3 april 1780
Cornelis van Grondelle, mr. timmerman te Geertruidenberg,
verklaart schuldig te zijn f 500 à 4% ter vervanging van een
onderhandse obligatie dd. 15 mei 1775 aan Jasper de Bruijn,
marktschipper van Geertruidenberg op Rotterdam, en stelt in
onderpand een huis en erf met twee achterhuizen, gelegen a/d
Markt in de Elfhuizen, belendend ...
Als borg stelt zich oud-schepen Jeremias van Grondelle,
vader van de debiteur, die 2 à 3 weken na het overlijden van
de borg moet aflossen.
I.M. afgelost 2 december 1783
(Elfhuizen 6)
-
De beschikbare bronnen lopen van circa 1550 tot omstreeks
1800. Bij het bewerken van de bronnen werken de archivaris
en zijn team terug in de tijd. Bij onze bezoeken aan het
archief van Geertruidenberg najaar 1992 was men gevorderd
tot de eerste helft van de 17e eeuw.
Welke informatie is beschikbaar?
Wat kunnen we nu ontlenen aan het overzicht van de transac-
vties van huizen? Het geeft natuurlijk belangrijke informatie
over personen en hun bezit aan onroerend goed. Maar er zijn
ook beperkingen. De gegevens geven niet altijd een volledig
beeld van het verloop van de eigendomssituatie. Dat heeft te
maken met het feit dat 'alleen' aankoop en verkoop werden
geregistreerd. Vererving komt slechts zelden expliciet voor
in het Historisch Kadaster.
Er zijn daardoor verschillende gevallen te onderscheiden.
Het eenvoudigste is de situatie: X koopt een huis van Y en
verkoopt dat later weer aan Z. De koop en de verkoop staan
geregistreerd in het Historisch Kadaster en geven een duidelijk beeld. Soms verkoopt niet de eigenaar, maar verkopen de
erfgenamen van X.
Het komt echter ook voor dat een huis via een erfenis over-
gaat op een van de kinderen en dat deze het huis in bezit
houdt. Dit kan een aantal generaties doorgaan. Zo vinden we
van een bepaald huis de aankoopgegevens in 1657 terwijl de
volgende vermelding de verkoop in 1784 betreft(2). We zijn dan
inmiddels drie generaties verder.
Ook komt de situatie voor dat de koper kennelijk al een deel
in eigendom heeft door een erfenis en het andere deel koopt
van de (andere) erfgenamen. Soms staat de familierelatie
inderdaad vermeld bij de transactie. Dat geeft dan weer
leuke aanvullende informatie.
Belangrijke aanvullende informatie over de eigendom van een
pand kan soms ook worden gevonden op de fiches van de aangrenzende panden. De beschrijving aldaar van de belendende
eigenaren geeft immers - althans voor een kant - informatie
over de eigenaar van het onderzochte pand. Op die manier kan
soms informatie worden verkregen over de wisseling van
eigenaar ook wanneer dat niet als transactie is geregistreerd, bijvoorbeeld bij vererving.
Deze verschillende vormen van eigendomsoverdracht komen
we ook tegen bij de transacties rond de familie Van Grondelle.
Wie waren dat eigenlijk?
De familie Van Grondelle in Geertruidenberg
Bij ons onderzoek naar de familie Van Grondelle (ook geschreven Van Grondel en Grondel) is gebleken dat de afstamming van vrijwel alle personen met die naam is terug te
voeren op de Geertruidenbergse familie Van Grondelle (3). Dit
was een vissersfamilie. De visserij was eeuwenlang voor
Geertruidenberg een van de belangrijke bronnen van bestaan.
Na de St. Elisabethsvloed in 1421 ontwikkelde zich in de
ondergelopen Groote of Zuidhollandse Waard (de tegenwoordige
Biesbosch) de visserij op vooral zalm, steur en elft (4). De op
het zogenaamde Bergse Veld gevangen vis werd in Geertrui-
denberg ter markt gebracht. In het Historisch Kadaster treft
men veel gegevens aan die op een of andere wijze met de
visserij te maken hebben. Aan het eind van de vorige eeuw
nam de visserij overigens sterk af.
De naam Van Grondelle blijkt in het Historisch Kadaster veel
voor te komen. Het aantal gevonden fiches met die naam
bedraagt 78 (5). Ze hebben betrekking op 29 huizen en een
verkoop van een stuk land.
Voor een goede interpretatie van deze gegevens is het nodig
e.e.a. in verband te brengen met de beschikbare genealogi-
sche gegevens. Op basis van de registers op het dopen,
trouwen en begraven van Geertruidenberg is een overzicht
gemaakt van de diverse personen met de naam Van Grondelle
die in die tijd in Geertruidenberg voorkwamen. Voor een deel
komt deze informatie ook voor in de publikatie van Hartong
in Gens Nostra, waarin een deel van de familie Van Grondelle
in die tijd wordt beschreven (6). Bij het onderzoek van de DTB-bronnen zijn deze gegevens gecontroleerd. De gegevens uit
het Historisch Kadaster hebben belangrijke uitbreidingen en
enkele interessante correcties opgeleverd. Zo leverde het
Historisch Kadaster informatie over een extra generatie, die
nog niet de naam Van Grondelle voerde. Verder gaf het belangrijke aanvullingen van de gegevens over de oudste gene-
raties Van Grondelle. Dankzij de bij de transacties vermelde
familierelaties kon bij de oudste generaties de structuur
van de familie worden gereconstrueerd en/of gecontroleerd.
Hier blijkt hoe nuttig dit Historisch Kadaster is, juist in
vroege tijden waar DTB-gegevens zeer beknopt of afwezig
zijn.
De oudste persoon van de familie Van Grondelle waar gegevens
over zijn gevonden is Jan Bastiaense. Deze kan voorlopig
worden aangeduid als de stamvader van het geslacht Van
Grondelle. Hij werd geboren in Drimmelen, maar woonde bij
zijn huwelijk met Lysbeth Jochems in 1634 al in Geertruidenberg. Jan Bastiaense was visser van beroep. Deze Jan Bastiaense voerde nog niet de naam Van Grondelle. Uit het Histo-
risch Kadaster blijkt dat Jan Bastiaense en Lysbeth Jochems
vier kinderen hadden: Jeremias, Jochem, Bastiaan en Cathelijn.
Vooral Jeremias en zijn vrouw Anneken Boudewijns hebben een
uitgebreid nageslacht via hun zonen Jacobus, Joost en Boude-
wijn en de talrijke kinderen daarvan.
Overigens blijkt ook uit het Historisch Kadaster dat geleidelijk veel Van Grondelle's wegtrekken uit Geertruidenberg.
De frequentie van vermelding neemt af en geleidelijk raakt
al het onroerend goed weer uit de familie. Het is ondui-
delijk of dit ook duidt op een afnemende welstand.
We kunnen constateren dat van elke generatie sommigen wel en
anderen niet worden vermeld in het Historisch Kadaster. Er
zijn verschillende redenen denkbaar voor niet-vermelding.
Een voor de hand liggende reden is dat de persoon geen geld
had om een huis te kopen. Dat wil nog niet zeggen dat hij of
zij geen huis bezat omdat er ook van vererving sprake kan
zijn. Een andere reden kan zijn dat de persoon niet (meer)
in Geertruidenberg woonde. Zo zijn sommige personen gaan
wonen in de geboorteplaats van hun vrouw. Anderen zijn
weggetrokken naar Rotterdam of elders.
Tot omstreeks 1800 woonden zes generaties Van Grondelle in
Geertruidenberg; van elke generatie noemt het Historisch
Kadaster een aantal personen. Het gaat daarbij in het algemeen om een of enkele huizen per persoon, behalve in het
geval van Jeremias, zoon van Jacobus. Deze heeft een hele
serie huizen in bezit gehad. Per generatie kan nu worden
bekeken hoe het huizenbezit zich ontwikkelde.
Eerste generatie
Jan Bastiaense koopt 9 oktober 1643 voor f 1900 een huis
gelegen aan de Venestraat 11 (volgnummer 189). Hij leent
daarvoor f 1500. Deze schuld is in 1648 afgelost.
-
189, 9 oktober 1643
Adriaen Joosten Coen, man van Maeijken Anthonisdochter,
transporteert voor f 1900 aan Jan Bastiaens, visser, een
huis, schuur, grond en toebehoren, gelegen aan de Veenstraat
te Geertruidenberg, belendend .... enz.
met schuldbrief groot f 1500
I.M. afgelost 10 april 1648
(Venestraat 11)
-
Op 19 februari 1671 geeft hij de helft van het huis in
onderpand in verband met een lening van f 200. Deze lening
is in 1676 weer afgelost. Als beroep van Jan Bastiaense
wordt in 1643 visser genoemd en in 1671 viskoper. Hij over-
lijdt in 1678. Het huis blijft in de familie. In 1680 verkoopt Anthonij Claessen handelend voor zijn vrouw Cathalijn
Janssen (de dochter van Jan Bastiaense) een derde van het
huis aan Jochem en Bastiaen Janssen (twee van de broers van
Cathalijn). Het gaat hier blijkbaar om de verkoop van een
erfdeel. Uit gegevens van de belendende panden blijkt dat
het huis in 1695 op naam staat van "de weduwe en de kinderen
van Jochem en Bastiaen Janssen". Later (1704, 1707) worden
alleen nog de weduwe en kinderen van Jochem Janssen genoemd.
Laatste vermelding is in 1739 als het huis op naam staat van
Claes Arisse van de Sluijs, de man van Maria Jochems, een
dochter van Jochem Janssen.
Op 14 december 1657 koopt Jan Bastiaense ook een deel van
het huis aan de Brandestraat 18-20 (volgnummer 40). Een
transactie over het andere deel wordt niet genoemd. Kennelijk heeft
hij dat deel eerder geërfd. Van wie blijft in de
stukken onduidelijk.
-
40, 14 december 1657
Kleinkinderen en erfgenamen van Jeremias Jacobse,
scheepstimmerman en Maeyken Meeuwsdochter, echtelieden,
transporteren aan Jan Bastiaense, visser, hun neef, 3/4 van
een huis met soldatenhuis, grond, erf en toebehoren, vanouds
genaamd "de drie Coningen" in de St. Eenwoutsstraat ....
(Brandestraat 18-20)
-
Op 19 februari 1671 geeft hij de helft van dit huis eveneens
in onderpand in verband met de reeds genoemde lening van 200
gulden. De andere helft behoort dan toe "aan de kinderen van
de debiteur verwekt aan Lysbeth Jochems". Kennelijk is
Lysbeth Jochems in 1671 niet meer in leven.
Ook dit huis blijft in de familie. Volgens gegevens van de
belendende panden staat het achtereenvolgens op naam van
Jeremias Janssen (een zoon van Jan Bastiaense) (1684),
Boudewijn van Grondelle (een zoon van Jeremias Janssen)
(1729) en tenslotte Jeremias van Grondelle, de visser, (een
zoon van Boudewijn) (1748, 1772, 1776).
Uit 1776 en 1785 zijn transacties bekend waarbij Jeremias
van Grondelle, de visser, resp. zijn erfgenamen grond resp.
het huis en erf verkopen. Deze Jeremias is dus een achterkleinzoon van Jan Bastiaense.
Overigens verklaart de vererving van dit huis via Jeremias
Janssen wellicht waarom hij niet wordt genoemd bij het huis
aan de Venestraat 11. Blijkbaar waren deze beide huizen zo
verdeeld over de erfgenamen.
Jan Bastiaense blijkt verder een deel van de eigendom te
hebben gehad van een huis aan de Venestraat 70 (volgnummer
237), waarschijnlijk dankzij een erfenis. Op 28 februari
1671 verkoopt hij dit huis samen met anderen. Het huis was
voordien (1608, 1626) in bezit van Jochem Thijssen, vermoedelijk familie (de vader ?) van zijn vrouw Lysbeth Jochems.
Interessant aan deze acte is dat daarin de vier kinderen van
Jan Bastiaense en Lysbeth Jochems worden genoemd.
Het is overigens opvallend dat Jan Bastiaense in februari
1671 zoveel contant geld nodig heeft (hij sluit een lening
af en verkoopt zijn deel in een huis). Was 1670 zo'n slecht
visjaar of wil hij investeren?
-
237, 28 februari 1671
Dirck Jochems, visser, voor de ene helft, Jan Bastiaens,
Jeremias, Jochem en Bastiaen Jans en Anthonij Claes als man
van Cathelijn Jans, tezamen voor de andere helft, allen te
Geertruidenberg, transporteren voor f 200 aan Mathijs van
Son, burgemeester Adriaan van Gils, schepen, Abraham Swaen,
secretaris, en Gijsbrecht van Gils, allen te Geertruidenberg
een huis met grond, erf en toebehoren, gelegen in 'de Elf
Cameren' op 't eind van de Venestraat, belendend ....
(belast met ....)
(Venestraat 70)
-
Tenslotte blijkt Jan Bastiaense nog een huis in bezit te
hebben gehad. Op 3 oktober 1699 verkoopt Maria van Zeteren,
de weduwe van Jochem Janssen een huis aan de Venestraat "dat
haar was aangekomen bij deling der nalatenschap van Jan
Bastiaensen". Het betreft een huis aan de Venestraat 66
(volgnummer 239). Dit huis was omstreeks 1630 in bezit van
Jochem Thijssen (zie ook het vorige huis). Het lijkt aannemelijk dat Lysbeth Jochems, de vrouw van Jan Bastiaense,
(ook) dit huis heeft geërfd.
Tweede generatie
De tweede generatie bestaat voor zover bekend uit de vier
kinderen van Jan Bastiaense en Lysbeth Jochems: Jeremias,
Jochem, Bastiaen en Cathelijn (zie transactie van 28 februari 1671). De volgorde van geboorte van deze kinderen is
onbekend. Worden zij in genoemde transactie in volgorde van
leeftijd genoemd?
Jeremias Janssen wordt genoemd bij een gecompliceerde transactie op 12 maart 1677. Dan koopt hij samen met twee anderen
de helft van een huis aan de Venestraat 3 (volgnummer 181).
De andere helft is al in het bezit van de kopers. Ongetwijfeld is hier ook sprake van de verkoop van een deel van een
erfenis. Het is echter niet duidelijk van wie. Om de tekst
te kunnen begrijpen zouden we eerst de familierelaties
tussen de handelende personen moeten uitzoeken.
-
181, 12 maart 1677
Arjaen Joosten, zoon en erfgenaam van Joost Anthonissen voor
1/3 en Arijaen en Peeter Claessen, zonen en erfgenamen van
Claes Cornelissen voor het resterende 2/3 , allen vissers te
Geertruidenberg, transporteren voor f 424 aan 6Jeremias
Janssen, Theunis Joosten en Peter Boudewijns, vissers en
burgers te Geertruidenberg, het halve huis, grond en
toebehoren, waarvan kopers de andere helft reeds bezitten,
gelegen a/d noordzijde van de Markt, belendend ... Het huis
is belast met een rente van f 0.3.2. en een rente van f
0.2.8 per jaar t.b.v. het Gasthuis te Geertruidenberg.
Met schuldbrief groot f 274
I.M. afgelost 6 juli 1679
(Venestraat 3)
-
Het huis blijft een gedeeld bezit. Op 2 maart 1773 verkopen
diverse eigenaren gezamenlijk een schuur en erf en op 11
juli 1775 ook het huis en erf. Bij die eigenaren zijn dan
o.a. Jeremias, oud-schepen van Geertruidenberg, en Elisabeth
van Grondelle. Beiden zijn kinderen van Jacobus van Grondelle, een van de zoons van Jeremias Janssen (van Grondelle).
Het is de moeite waard de relaties met de andere genoemde
families nog eens uit te zoeken. Het betreft o.a. de families Van der Sluijs en Van Beijeren.
Jochem Janssen erfde blijkbaar samen met zijn broer Bastiaen
het huis aan de Venestraat 11 (volgnummer 189) (zie boven).
Verder bezat hij kennelijk het huis aan de Venestraat 66
(volgnummer 239) (zie boven). Helemaal zeker is dit niet
omdat de tekst van de transactie op 3 oktober 1699 de ruimte
overlaat voor een deling van de erfenis van Jan Bastiaense
na het overlijden van Jochem in 1693.
Bastiaen Janssen koopt op 18 oktober 1678 drie-vijfde deel
van een huis waarvan hij de overige twee-vijfde deel al
bezit. Het gaat om een huis aan de Venestraat 20 (volgnummer
258). Uit de voorgeschiedenis wordt duidelijk dat het hier
om een erfenis gaat, maar van wie precies is niet te achterhalen. Zijn dochters Cornelia en Johanna ("erfgenamen van
Bastiaan Jansz van Grondelle") verkopen het huis op 28
september 1735. Bastiaan overleed in 1694. De dochters-erfgenamen hebben het huis dus nog ongeveer 40 jaar in bezit
gehad.
-
258, 28 september 1735
Cornelia en Johanna van Grondelle, erfgenamen van Bastiaan
Jansz van Grondelle, transporteren voor f 130 contant aan
Jan Vermeijs te Geertruidenberg een huis, grond en erve
gelegen aan de Venestraat, belendend ......
(Venestraat 20)
-
Bastiaen Janssen verkoopt op 27 november 1676 nog een
stuk grond aan de Meistraat. Onbekend is hoe hij dat in bezit had gekregen.
Cathelijn Janssen wordt ook genoemd bij de verkoop van een
deel van de taanschuur aan de Haven 54 (volgnummer 174).
Deze taanschuur is steeds in het bezit geweest van een
aantal vissers samen. Op 29 juni 1713 verkopen "de erfge-
namen van Anthony Clasen van der Sluijs en Catleijn Jansen
van Grondelle" een vijfde deel van de taanschuur aan Boudewijn Anthonis van der Sluijs, die ook al een klein deel
in eigendom had.
Derde generatie
De derde generatie is al weer wat uitgebreider. Niet alle
namen komen in het Historisch Kadaster voor.
Martinus de zoon van Jochem Janssen verhuist naar 's-Graven-
moer, de plaats waar zijn vrouw vandaan komt.
De twee dochters van Bastiaen Janssen (Cornelia en Johanna)
zijn al genoemd.
Jacobus en Joost (zonen van Jeremias Janssen) kopen in 1690
een deel van de al eerder genoemde taanschuur aan de Haven.
De eigendomsgeschiedenis van deze taanschuur is een verhaal
apart. De eigendom was zeer verdeeld en ging steeds weer in
partjes over aan andere leden van o.a. de families Van
Grondelle, Van der Sluijs, Van Beijeren en Coene.
Jacobus Jeremiassen van Grondelle koopt op 2 maart 1696 een
huis aan de Brandestraat 24 (volgnummer 38). Jacobus over-
lijdt in 1745. In 1754 laten zijn erfgenamen een onderhandse
deling uit 1749 registreren. Helemaal duidelijk is de tekst
niet. Het huis "blijft" voor drie-achtste deel aan Jeremias,
voor drie-achtste deel aan Elisabeth en voor een-vierde deel
aan Jochem. Dit zijn alledrie kinderen van Jacobus. Zoon
Willem is blijkbaar tussen 1749 en 1754 overleden. Uiteindelijk komt het huis in bezit van Jeremias. Elisabeth verkoopt
haar aandeel aan Jeremias in 1768. Hoe Jochem zijn deel
overdraagt is onbekend. Jeremias verkoopt echter het gehele
huis in 1777.
-
38, 10 mei 1754
De erfgenamen van Jacobus van Grondelle, weduwnaar en erfgenaam van Adriaantje Struijck te Geertruidenberg overleden,
laten registreren een onderhandse deling, aangegaan tijdens
het leven van hun broeder zaliger Willem van Grondelle op 8
februari 1749, waarbij het huis gelegen aan de Brandestraat
blijft voor 1/4 en 1/8 deel aan Jeremias van Grondelle 1/4
en 1/8 deel aan Elisabeth van Grondelle en 1/4 deel aan
Jochem van Grondelle en aan Jeremias van Grondelle land
onder de Vrijheid Oosterhout
(Brandestraat 24)
-
Joost Jeremiassen van Grondelle koopt in juni 1693 een huis
aan de Markt 29 (volgnummer 169). Joost overlijdt in 1702.
Zijn echtgenote Anthonetta Struyck hertrouwt met Johannes
van Loveren. Op 28 juli 1719 verkoopt Anthonetta Struijck
het huis. Zij is dan inmiddels weer weduwe en woont in Rot-
terdam. Er zijn enkele interessante testamenten van haar te
vinden in het oud-notarieel archief te Rotterdam (7).
Als we naar het overzicht van personen met de naam Van
Grondelle kijken valt op dat Boudewijn niet expliciet bij
een transactie wordt genoemd, maar alleen via de belendende
panden van het huis aan de Brandestraat 18-20. Dit onder-
steunt het vermoeden dat hij dit huis niet alleen had geërfd, maar ook feitelijk bewoonde.
Vierde generatie
De vierde generatie telt heel wat meer personen. In het
Historisch Kadaster worden ze niet allemaal genoemd. Vooral
Jochem en Jeremias, zonen van Jacobus, en Jeremias, een zoon
van Boudewijn, treden - soms mede namens andere familieleden
- handelend op. De reden voor het ontbreken van bepaalde
personen is o.a. dat een deel van deze generatie wegtrekt
uit Geertruidenberg. Zo trekken Johannes en Adriaan (zonen
van Joost van Grondelle) weg naar resp. Rotterdam en Nieuw-Beijerland. Ook van de zonen van Boudewijn verhuizen enkele
(vermoedelijk) naar elders: Johannes vermoedelijk naar Breda
en Hendrik vermoedelijk naar Middelburg.
Van de wel genoemden valt het volgende op te merken.
Jochem, een zoon van Jacobus, koopt op 28 januari 1727 een
huis aan de Venestraat 8 (volgnummer 264). Hij verkoopt het
26 jaar later, in 1753. Bij de verkoop wordt vermeld dat het
huis tot Allerheiligen 1753 verhuurd blijft aan Gerard
Schoute. Kennelijk woont Jochem er dan niet (meer?). Jochem
overlijdt overigens in 1755.
Jeremias, een andere zoon van Jacobus, is timmerman. Later werd hij
schepen; daarna wordt hij bij allerlei transacties vermeld
als oud-schepen. Jeremias heeft intensief in huizen gehandeld. In totaal is hij bij 20 transacties betrokken.
Jeremias trouwt op 5 februari 1729. Al snel koopt hij een
huis aan de Brandestraat 30 (volgnummer 35). Na tien jaar
begint hij meer huizen te kopen. In de dan volgende 20 jaar
koopt hij 12 huizen. Opvallend is dat hij de meeste huizen
lang in bezit houdt. Wellicht verdiende hij aardig aan het
verhuren ervan.
Daarnaast heeft hij een aandeel in enkele huizen, die kennelijk via vererving zijn verkregen. Zo wordt hij ook genoemd
bij de al eerder genoemde taanschuur aan de Haven. Verder
verwerft hij enkele huizen door in de loop der jaren andere
erfgenamen uit te kopen. In zijn testament van 11 juni 1771
is sprake van 'de timmerwinkel en de pakhuizen' (8).
Hij vervult het ambt van schepen tussen omstreeks 1765 en
1769. Na zijn ambtsperiode als schepen verkoopt hij geleidelijk aan een aantal huizen. Zo verkoopt hij o.a. op 16 mei
1775 twee huizen aan zijn zoon Cornelis. Het betreft Elfhuizen 6 (volgnummer 66) en Vismarktstraat 15 (volgnummer 77).
Cornelis verkoopt deze huizen weer in 1783.
Jeremias heeft bij zijn overlijden in 1784 nog zes huizen in
bezit. De erfgenamen verkopen al snel al deze huizen. Dit is
op zichzelf opmerkelijk. Het kan worden verklaard door het
gegeven dat - voor zover bekend - alle kinderen uit Geer-
truidenberg wegtrekken: Cornelis gaat naar Zaltbommel en
vandaar naar Amsterdam, Govert gaat naar Rotterdam en dochter Adriana Cornelia, gehuwd met Maas van Altena, vertrekt
met haar man naar Muiden. Adrianus is vermoedelijk in 1774
overleden. Het lot van Jacobus tenslotte is onbekend.
Deze 'leegloop' is opmerkelijk. Verandert de sociaal-economische toestand in Geertruidenberg zo snel?
Een derde persoon van deze generatie die in het Historisch
Kadaster wordt genoemd is tenslotte Jeremias de zoon van
Boudewijn. Deze Jeremias was visser van beroep. Hij koopt 23
april 1754 een huis aan de Markt 31 (volgnummer 170). In
1761 geeft hij het huis in onderpand in verband met een
lening van f 250. De tijden zijn voor een visser kennelijk
wisselvallig. In 1763 is de lening weer afgelost.
Pas in 1803 wordt dit huis weer genoemd. De executeur testamentair van Boudewijn van Grondelle, een zoon van Jeremias
de visser, verkoopt het huis. Kennelijk heeft Boudewijn
eerder dit huis geërfd van zijn vader. Jeremias stierf in
1781. De vraag is of, en zo ja waarom, alleen Boudewijn dit
pand heeft geërfd. In het Historisch Kadaster zijn geen
transacties aangetroffen waaruit blijkt dat hij zijn mede-erfgenamen heeft uitgekocht.
De 'laatste' generaties in Geertruidenberg
Van de vijfde en zesde generatie komen naast de reeds genoemde Cornelis en Boudewijn slechts twee personen als
kopers/eigenaren voor in het Historisch Kadaster, t.w.
Martinus, de zoon van Jeremias de visser, en Josephus een
kleinzoon van Jeremias de visser. Enkele anderen worden als
mede-erfgenamen genoemd. Overigens zijn dan wel inmiddels de
meeste Van Grondelle's weggetrokken uit Geertruidenberg,
zodat het aantal 'gegadigden' gering is geworden.
Martinus koopt 1779 twee aan elkaar grenzende huizen in de
Dordtsestraat. Hij verkoopt er een in 1782 en sterft in
hetzelfde jaar. Zijn erfgenamen verkopen in 1783 het andere
huis (volgnummer 117, zie de tekst van het fiche in het
begin van dit artikel).
Van Josephus is alleen bekend dat hij op 24 oktober 1803 een
huis koopt in de Venestraat 55 (volgnummer 211). Dit is de
jongste vermelding in het Historisch Kadaster van een transactie waar een Van Grondelle bij betrokken is.
Nawoord
Uit het voorgaande blijkt dat het Historisch Kadaster interessante informatie verschaft over de familiegeschiedenis,
over familierelaties in aanvulling op de DTB-gegevens en
over de levensomstandigheden van vele familieleden.
De schrijver dankt de heer A.M.C. Zom, archivaris bij
het Streekarchivariaat te Oosterhout, voor zijn commentaar
op een eerdere versie van dit artikel.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Gens Nostra 50 (1995,
maart) pp 146 t/m 158.
Noten
-
Toelichting: Een fiche bevat een uittreksel uit de oor-
spronkelijke tekst van een acte. In dit artikel zijn de tek-
sten van de fiches enigzins verkort weergegeven. Zo zijn
o.a. de gegevens over de belendende panden weggelaten.
Alle percelen hebben in het Historisch Kadaster een eigen
volgnummer. In dit geval is het volgnummer 117. Het tegenwoordige adres van dit perceel is Dordtsestraat 22 (zie
onderaan de tekst van het fiche). De datum 22 juli 1783 is
de datum van de acte.
-
Dit betreft het huis aan de Brandestraat 18-20
(volgnummer 40).
- De enige mij bekende uitzondering betreft de in de 18e
eeuw in Amsterdam wonende familie Grondel afkomstig uit
Pruisen (Duitsland).
Verder is mij tot op heden van een afstamming uit Frankrijk
(bijvoorbeeld via de Franse familie de Goujon de Grondel)
niet gebleken.
-
Zie o.a. Martens, P.J.M., De zalmvissers van de Bies-
bosch, een onderzoek naar de visserij op het Bergse Veld
1421 - 1869. Stichting Zuidelijk Historisch Contact, Tilburg
1992.
In de lijsten van pachters van visgronden in het Bergse Veld
komt de naam Van Grondelle (inclusief de daaraan voorafgaande patronymen) veel voor.
-
Inclusief de fiches uit de tijd dat de naam Van Grondelle
nog niet als zodanig werd gevoerd en personen nog met hun
patronym werden aangeduid (bijvoorbeeld Jan Bastiaense).
-
Hartong, F.L., De Alliantie Dorrenboom - Van Grondelle.
Gens Nostra 1969, pp. 80-82.
-
Zie o.a. het testament van Antonetta Struyck dd. 19-7-1719; ONA Gemeentearchief Rotterdam 1992/293
-
ORA Geertruidenberg; Protocollen van testamenten en
codicillen, scheidingen en delingen en huwelijksvoorwaarden;
deel 4, archiefnummer 44, 1716 - 1773, blz. 142V; Acte no.
104 (Streekarchief Oosterhout).
|